Auteur: Rik Marselis ● rik@marselis.eu
Redactie: Frits van Iddekinge en Paul Beving
Heb jij je wel eens afgevraagd hoeveel testontwerptechnieken er zijn?
Hoeveel van die testontwerptechnieken pas jij zelf toe?
En hoe bepaal jij welke testontwerptechniek je nodig hebt?
Het antwoord op de eerste vraag kan ik je geven: in de literatuur zijn ongeveer 25 à 30 testontwerptechnieken te vinden. ‘Waarom geen precies getal?’ denk je misschien. Bij sommige technieken kun je discussiëren of het om verschillende technieken gaat of varianten van dezelfde techniek en laten we ons daar maar even niet druk om maken.
In ieder geval: 25 of meer technieken, dat is meer dan een tester ooit gaat gebruiken. Maar hoe kies je dan de testontwerptechnieken die voor jou wel van belang zijn?
Als jij ooit het TMAP testengineer certificaat hebt gehaald (jaren geleden, want inmiddels is het vervangen door de nieuwe TMAP certificaten, zie de www.TMAP.net website voor info), dan heb je volgens dat certificaat aangetoond kennis te hebben van 19 testontwerptechnieken en dekkingsvormen. Maar als ik gecertificeerde testers in het voorbijgaan naar de parate kennis hierover vraag, dan valt het nogal tegen.
Tijdens het werk aan het TMAP HD boek ‘Neil’s quest for quality’ in 2014, hebben we ontdekt dat alle testontwerptechnieken kunnen worden ingedeeld in vier dekkingsgroepen. In het nieuwste TMAP boek ‘Quality for DevOps teams’ hebben we dit nog wat verder uitgewerkt.
Deze dekkingsgroepen zijn zeer nuttig bij het bepalen van de voor jou benodigde testontwerptechniek. Er zijn vier groepen: de procesgeoriënteerde technieken, de conditiegeoriënteerde technieken, de gegevensgeoriënteerde technieken en de ‘appearance’- georiënteerde technieken. Alle testontwerptechnieken kun je in één van deze groepen indelen. Voor een overzicht van de indeling, zie deze pagina: https://www.tmap.net/building-blocks/coverage.
Dus in principe is het simpel: bepaal wat voor soort ‘testprobleem’ je hebt (dus: wil je testen op basis van proces, condities, gegevens of appearance?) en kies dan een techniek uit die groep.
Tijdens een recent gesprek met wat testers vroeg iemand: hoe kan het nou dat grenswaardenanalyse is ingedeeld bij ‘gegevensgeoriënteerd’ testen? Want een grens is toch een conditie!
En ja, dat is waar. Sommige technieken kun je bij meer dan één groep indelen. Wij hebben ervoor gekozen om grenswaardenanalyse primair bij gegevens georiënteerd testen in te delen, omdat je het vaak combineert met equivalentieklassen. Deze technieken kijken beide naar de gegevenselementen. Maar als je eens specifiek op een conditie wilt testen met een niet al te zware techniek, dan is grenswaardenanalyse dus wel degelijk een bruikbare optie!
De indeling in dekkingsgroepen is dus een hulpmiddel bij het selecteren van testontwerptechnieken, maar de standaard indeling op de website is niet de ultieme en enige waarheid. Zoals altijd bij testen blijft het nodig om zelf na te denken en zaken te combineren.
Oh ja, en exploratory testen noemen we sinds 2014 in TMAP niet langer een testontwerptechniek maar een ervaring-gebaseerde testaanpak. Want als verschillende mensen hun ervaring inbrengen, dan krijg je uiteenlopende testgevallen, terwijl je bij een testontwerptechniek met verschillende mensen wel op dezelfde testgevallen uitkomt.
Omdat variatie belangrijk is hameren we in TMAP op het altijd combineren van zowel dekking-gebaseerde testontwerptechnieken als ervaring-gebaseerde aanpakken.
Veel succes met testontwerp op basis van een of meer testontwerptechnieken in combinatie met een aanpak!
Rik Marselis